Beschrijving Stap 1 - Integrale vragenanalyse

Analyseer samen met de jeugdige/ het gezin de situatie. Kijk naar alle leefgebieden en naar álle factoren van belang. Breng de problemen én krachten in kaart.

De GI ontvangt een opdracht van de rechtbank en een rapportage raad voor de kinderbescherming met een analyse van de situatie. De GI gebruikt dit als basis voor de analyse en het eerste gesprek met de jeugdige of het gezin.

Wat is een IVA?

De IVA is in feite een goed gesprek. Met behulp van een Integrale Vragenanalyse breng je samen met de jeugdige of het gezin in kaart wat er aan de hand is. De IVA is cruciaal voor het verdere proces. Hoe specifieker het inzicht in de situatie van een kind of gezin is, hoe beter bepaald kan worden welke (jeugd)hulp écht gaat helpen.
De IVA is een onderdeel van het integrale Plan van Aanpak  (IPA, stap 2).

Het IVA geeft antwoord op deze vragen:

  1. Waar heeft de jeugdige/ het gezin last van? Wat zou de jeugdige het gezin graag veranderen?
  2. Wat gaat goed? Wat kan de jeugdige/ het gezin of hun netwerk zelf?
  3. Hoe schatten het netwerk, de hulpverlener en evt. anderen de behoefte aan zorg in?
  4. Wat is er al eerder ingezet aan hulpverlening/diagnostiek en wat werkte wel/niet?

De IVA is het eerste onderdeel van het integrale Plan van Aanpak. In stap 2 en 3 vul je het integrale Plan van Aanpak verder in.

Ga altijd na of een jeugdige of gezin al jeugdhulp krijgt of eerder jeugdhulp kreeg en welk resultaat ze daarmee wil of wilde behalen

Leefgebieden

Om een goed beeld te krijgen van alle factoren die van invloed zijn op de situatie kijk je samen met de jeugdige/ het gezin naar alle 5 leefgebieden. Daarom heet de vragenanalyse integraal.

1. Wonen
2. Financiële situatie
3. Gezondheid en veiligheid
4. Dagbesteding en participatie
5. Gezinssituatie en veiligheid

Factoren van belang

Ga in het gesprek na:

  • Of het kind of gezin al gebruik maakt van specialistische jeugdhulp of voorzieningen in het voorliggend veld op het gebied van Jeugdhulp, Wmo of Participatie.  Is dit het geval? Bespreek dit dan met het kind en/of het gezin en maak afspraken over de betrokkenheid en het contact met de zorgverlener/betrokkene.
  • Waar is het kind, het gezin en hun netwerk goed in? Welke talenten en vaardigheden kunnen helpen om te bereiken wat een kind of gezin wil bereiken? Denk aan ondersteunende factoren, zoals: leerbaarheid, motivatie, eigen netwerk, het gaat goed op school, gebruik van voorliggende voorzieningen, eigen kracht, eigen regie. Kijk naar de inzet van ondersteunende factoren op alle leefgebieden.
  • Belemmerende factoren: zijn het tegenovergestelde van ondersteunende factoren: lage leerbaarheid, lage motivatie, weinig of geen eigen netwerk, problemen met of op school, weinig of geen mogelijkheden gebruik te maken van voorliggende voorzieningen, weinig mogelijkheden om terug te vallen op eigen kracht en eigen regie.
  • Risicofactoren: hebben een negatieve invloed op de veiligheid van het kind. Denk onder meer aan weinig aandacht voor het kind/ verwaarlozing, beperkte opvoedkundige vaardigheden van de ouders, verbale en/of lichamelijke agressie in het gezin, criminaliteit, verslaving, angst- en stemmingsproblemen in het gezin, gebrekkige persoonlijke verzorging, een ongezond voedingspatroon.

Waarom een IVA?

Een IVA is niet alleen bedoeld om samen met de verwijzer de situatie in kaart te brengen, maar ook om de basis te leggen voor een relatie die gebaseerd is op vertrouwen en gelijkwaardigheid. Een IVA helpt kinderen en gezinnen om voor henzelf duidelijk te krijgen wat er aan de hand is en wat ze willen veranderen. Doordat het gesprek óók gaat over wat goed gaat en wat kinderen, gezinnen en hun netwerk zelf kunnen doen om de situatie te verbeteren, voorkom je dat een kind of gezin in zijn geheel als ‘probleem’ gezien wordt.

Voor het verdere proces:
Jeugdhulpaanbieders hebben de IVA nodig om een goed beeld te vormen van de situatie om de juiste jeugdhulp in te kunnen zetten.

Altijd een IVA maken?

Het uitgangspunt is dat je op basis van iedere hulpvraag een IVA maakt en uitgebreid met de jeugdige of het gezin naar de situatie kijkt. Soms mag het minder uitgebreid. Als professional beoordeel je zelf wanneer dat is en hoe je de IVA dan maakt.
Is een traject afgerond en heeft een jeugdige of gezin nog zorg nodig? Dan gaat de jeugdhulpaanbieder of toegangsmedewerker opnieuw met het kind of gezin in gesprek. Je beoordeelt als professional zelf hoe uitgebreid dat gesprek moet zijn en of alle onderdelen van de IVA opnieuw besproken moeten worden.

Uit het eindverslag en evaluatieformulier dat de jeugdhulpaanbieder altijd maakt, kun je al veel informatie halen. Je wilt een kind of gezin niet het gevoel geven dat je helemaal opnieuw begint of geen idee hebt van wie ze zijn en wat er speelt, maar je wilt op basis van de informatie die je al hebt wél nagaan of er veranderingen op een van de leefgebieden zijn die invloed kunnen hebben op de situatie en de in te zetten jeugdhulp. Jeugdigen en gezinnen geven overigens aan dat ze best bereid zijn hun verhaal nóg een keer te doen, als ze maar begrijpen waarom dat nodig is. En als ze maar het gevoel hebben dat degene die de vragen stelt niet helemaal bij nul begint.

Moet ik wéér mijn hele verhaal vertellen? Kinderen en gezinnen willen best nóg een keer vertellen wat er aan de hand is, zo lang ze maar snappen waarom dat nodig is. En het gevoel hebben dat je je al hebt verdiept in hun situatie.

Werkwijze

Je bepaalt als professional zelf hoe je een IVA maakt. Elke gemeente heeft het regionale format voor het integrale Plan van Aanpak (waar de IVA een onderdeel van is) voor eigen gebruik op maat gemaakt. De essentie van een goed IVA blijft daarin altijd overeind: een brede kijk op de situatie waarin je alle leefgebieden meeneemt en een verkenning van alle factoren van belang.

Medisch verwijzer en IVA

Huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten maken in de regel geen IVA, maar een snelle inschatting van de situatie. Wanneer zij een kind doorverwijzen, krijgt de jeugdhulpaanbieder nogal eens summiere informatie over de jeugdige, het gezin en de situatie’. Soms is er een meer uitgebreide omschrijving van de situatie, omdat de  Praktijkondersteuner Huisarts (POH-er) betrokken is. Komt de verwijzing uit het medisch domein? Dan is het in de praktijk aan de verwezen jeugdhulpaanbieder om de:

  • situatie in kaart te brengen;
  • een IVA te maken;
  • duidelijk te krijgen of de te behalen resultaten matchen met de jeugdhulp die zij kunnen bieden.

Het zou prachtig zijn als ook alle huis- en jeugdartsen en medisch specialisten in het eerste contact met jeugdigen en gezinnen de situatie al breed in kaart brengen of doorverwijzen naar de Toegang. Het is voor de regio niet eenvoudig alle medische verwijzers in de regio te bereiken. Verschillende toegangsteams onderhouden goede contacten met de (vooral) huisartsen en jeugdartsen bij hen in de buurt. Dit leidt er onder meer toe dat steeds meer huisartsen en jeugdartsen kinderen en jeugdigen doorverwijzen naar de Toegang voor een brede analyse van de hulpvraag en de situatie.

Termijn IVA

Voor een kind of gezin dat een hulpvraag stelt moet na maximaal 8 weken duidelijk zijn of het specialistische jeugdhulp krijgt en zo ja, welke. Er is geen termijn vastgelegd waarbinnen de IVA gemaakt moet zijn. Iedereen zal begrijpen dat dit zo snel mogelijk moet gebeuren nadat de hulpvraag is gesteld.

Moet ik de IVA maken?

Je bent de aangewezen persoon om de IVA te maken:

  • Als je medewerker van de Toegang of GI bent in de gemeente die volgens het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is. Meer over het woonplaatsbeginsel op de website van de VNG >
  • Als je werkt bij een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder waarnaar de jeugdige of het gezin doorverwezen is door een medische verwijzer EN
  • Als je uit het eerste contact kunt opmaken dat de hulpvraag van de jeugdige of het gezin passen bij de jeugdhulp die je kunt bieden.

Je bent niet (per se) de aangewezen persoon om de IVA te maken:

  • Als je bij een jeugdhulpaanbieder werkt en in het eerste contact merkt dat de hulpvraag niet bij jouw organisatie past. Verwijs een jeugdige of gezin in zo’n geval naar de Toegang in hun woonplaats en informeer de verwijzer. Of overleg met de medisch verwijzer of de Toegang en neem de verantwoordelijkheid om de jeugdige zo snel en eenvoudig mogelijk op de juiste plek terecht komt.
  • Als je als toegangsmedewerker of jeugdhulpaanbieder tijdens het eerste contact merkt dat sprake is van een zeer complexe situatie. In de Praatplaat Complexe Problematiek staat waar je terecht kunt: Regionaal Expertiseteam, Crisis Interventie Team (CIT), Jeugdbeschermingstafel, Bemoeizorg, of het Zorg- en Veiligheidshuis.
  • Als je als toegangsmedewerker of jeugdhulpaanbieder door het eerste contact vermoedt dat de veiligheid van het kind in het geding is. Download  Praatplaat complexe problematiek.pdf > (LET OP: dit is een verouderde versie. Achter de schermen wordt gewerkt aan een nieuwe versie).
  • Als je als toegangsmedewerker of jeugdhulpaanbieder tijdens het eerste contact vermoedt dat een jeugdige zorg nodig heeft die valt onder de Wlz (Wet Langdurige Zorg). Dit is langdurige zorg, waarbij er 24 uur zorg in nabijheid aanwezig moet zijn of waarbij permanent toezicht noodzakelijk is. Chronisch zieken en jeugdigen met een ernstige geestelijke, lichamelijke beperking of aandoening vallen onder de Wlz. Omdat het soms lastig te bepalen is wanneer er sprake is van Jeugdwet (of Wmo) of Wlz is contact met medewerkers van MEE zinvol.

Je vindt meer informatie over de Wlz op de website van het CIZ. Ga naar de website van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) >